(4) Hoe kwam Holbein de Jonge aan het hof van Henry VIII?

Eerst iets over zijn biografie: hij werd opgeleid door zijn vader, Hans de Oude. Van hem leerde hij portret tekenen en een leven lang heeft hij zich daarop toegelegd. Ook maakte Hans illustraties voor boeken, onder andere in de kantlijn van De Lof der Zotheid. In Bazel maakte hij kennis met de schrijver daarvan, Erasmus van Rotterdam, die hem aanprees bij zijn vriend Thomas More. Op zijn beurt introduceerde More Hans in allerlei kringen in Londen. Hij portretteerde kardinaal Fisher, de bisschop van Rochester, William Warham, de aartsbisschop van Canterbury, Thomas Boleyn, de vader van ’s konings tweede vrouw, en natuurlijk ook Anne zelf, alsmede Jane Seymour, Henry’s derde vrouw. Uiteindelijk kreeg hij in het midden van de jaren dertig de officiële functie van “King’s Painter.”

In Paul Ganz, Handzeichnungen von Hans Holbein dem Jöngeren (1923) en in een catalogus van Windsor Castle trof ik veel tekeningen van personages die voorkomen in de boeken van Hilary Mantel. Het was een plezierige oefening om een veertigtal na te tekenen en die schetsen dan weer te gebruiken voor illustraties bij het verhaal.

In de lijnen van sommige tekeningen  is vermoedelijk door een assistent van Holbein een groot aantal gaatjes aangebracht. Hierdoor werd houtskoolpoeder gestoven, dat bevond zich in een zakje van ruw geweven stof waar het poeder makkelijk doorheen kon. Op de drager eronder, een paneel of doek, verscheen de tekening in lijnen van kleine puntjes, de basis voor een olieverfschilderij.
In 1543 is Hans Holbein gestorven aan de pest.